Voegmortel: oplossingen voor veelvoorkomende problemen

Bij het voegen van tegels lijkt alles in eerste instantie netjes afgewerkt. Toch kan voegmortel na verloop van tijd problemen geven, zoals verkleuring, scheurtjes of zelfs loslatende voegen. Deze problemen zijn vaak te voorkomen door de juiste voegmortel te kiezen en correct te verwerken.

Verkleuring van voegmortel

Een van de meest voorkomende klachten bij tegelvloeren en -wanden is de verkleuring van de voegen. Waar de voeg bij oplevering mooi egaal en licht van tint is, verandert deze na verloop van maanden of jaren vaak in een donkerder, ongelijkmatig geheel. Dit gebeurt vooral in ruimtes waar veel vocht, vuil en schoonmaakmiddelen aanwezig zijn, zoals badkamers, keukens of inkomhallen. Voegmortel werkt namelijk poreus: het zuigt water en vuildeeltjes op, waardoor de voeg langzaam verkleurt.

Naast vocht en vuil spelen ook verkeerde schoonmaakgewoonten een rol. Sterke chemische schoonmaakmiddelen of te veel water kunnen de structuur van de voegmortel aantasten, waardoor vuil zich nog sneller hecht. Ook schimmelvorming in vochtige ruimtes kan een donkere waas veroorzaken die moeilijk te verwijderen is.

Hoe voorkom je dit?

• Kies van bij de start voor een waterafstotende of vuilwerende voegmortel. Deze moderne varianten zijn beter bestand tegen vochtindringing en blijven langer schoon.

• Behandel bestaande voegen met een beschermende sealer die het oppervlak afsluit en vuilafstotend maakt.

• Reinig de voegen regelmatig met een mild schoonmaakmiddel en vermijd agressieve producten die de voegmortelporeuzer maken.

Door vanaf het begin de juiste keuzes te maken en het onderhoud goed aan te pakken, kun je verkleuring van voegmortelaanzienlijk vertragen of zelfs volledig vermijden. Zo blijft je tegelwerk er jarenlang fris en verzorgd uitzien.

Scheuren in de voegen

Scheuren in de voegen zijn een veelvoorkomend probleem en tasten niet alleen de uitstraling, maar ook de duurzaamheid van tegelwerk aan. Vaak ontstaan scheuren doordat de voegmortel niet correct verwerkt is. Als de mortel niet diep genoeg in de voegen is ingewerkt, droogt het oppervlak sneller uit dan de onderlaag. Het gevolg: een broze voeg die na korte tijd barstjes vertoont.

Een andere belangrijke oorzaak is beweging in de ondergrond. Wanneer de ondervloer niet stabiel is. Bijvoorbeeld door verzakking, krimp van bouwmaterialen of temperatuurwisselingen – kan de starre voeg dit niet opvangen. De spanning vertaalt zich rechtstreeks in scheuren in de voegmortel. Vooral bij vloerverwarming of bij grote oppervlaktes zonder uitzetvoegen komt dit vaak voor.

Hoe voorkom je scheuren in voegmortel?

• Gebruik een flexibele voegmortel: deze kan lichte bewegingen en spanningen beter opvangen zonder te barsten.

• Vul voegen volledig: werk diagonaal met een voegrubber zodat de mortel diep en gelijkmatig verdeeld wordt.

• Controleer de ondergrond: zorg voor een stabiele basis en voorzie dilatatievoegen waar nodig, zeker bij grote tegeloppervlaktes.

• Respecteer droogtijden: belast de vloer pas als zowel tegellijm als voegmortel volledig zijn uitgehard.

Door aandacht te besteden aan verwerking, productkeuze en ondergrond, vermijd je scheuren en geniet je langer van sterke, strakke voegen.

Loslatende voegmortel

Loslatende voegen zijn niet alleen storend voor het oog, maar ook een serieus risico voor de duurzaamheid van je tegelwerk. Wanneer de voegmortel loskomt, ontstaan er kleine openingen waar vocht en vuil binnendringen. Dit kan leiden tot schimmelvorming, verkleuring en zelfs schade aan de onderliggende tegellijm of ondergrond.

Een van de meest voorkomende oorzaken is een verkeerde reinigingstechniek direct na het voegen. Wordt er met een te natte spons gewerkt of te hard geboend, dan wordt de voegmortel letterlijk uit de voegen getrokken voordat ze de kans krijgt om te verharden. Het resultaat: oppervlakkige voegen die bij de minste belasting loslaten.

Daarnaast kan ook een instabiele ondergrond de boosdoener zijn. Als de tegellijm niet voldoende is uitgehard of de vloer nog beweegt, heeft de voegmortel onvoldoende grip en laat ze sneller los. Dit zie je vaak in ruimtes met vloerverwarming of bij grote oppervlakken zonder dilatatievoegen.

Hoe voorkom je loslatende voegmortel?

• Laat de lijm volledig uitharden: wacht altijd de aanbevolen droogtijd af voor je begint met voegen.

• Gebruik de juiste reinigingstechniek: maak de tegels schoon met een licht vochtige spons in zachte bewegingen, zonder druk.

• Controleer de ondergrond: zorg dat de vloer stabiel is en dat er bij grote oppervlaktes voldoende uitzetvoegen zijn.

• Kies een kwaliteitsproduct: hoogwaardige voegmortel heeft een betere hechting en blijft langer stevig zitten.

Met de juiste voorbereiding, productkeuze en schoonmaaktechniek voorkom je dat voegen loslaten en blijft je tegelwerk jarenlang strak en beschermd.

Conclusie

Problemen met voegmortel zijn meestal te herleiden tot verkeerde keuzes of haastig werk. Door aandacht te besteden aan productkeuze, verwerking en onderhoud voorkom je verkleuring, scheuren en loslatende voegen. Zo blijft jouw tegelwerk jarenlang strak en verzorgd.